SV | Maar gij hebt naar Mij niet gehoord, spreekt de HEERE; opdat gij Mij vertoorndet door het werk uwer handen, u zelven ten kwade. |
WLC | וְלֹֽא־שְׁמַעְתֶּ֥ם אֵלַ֖י נְאֻם־יְהוָ֑ה לְמַ֧עַן [הִכְעִסוּנִי כ] (הַכְעִיסֵ֛נִי ק) בְּמַעֲשֵׂ֥ה יְדֵיכֶ֖ם לְרַ֥ע לָכֶֽם׃ ס |
Trans. | wəlō’-šəma‘ətem ’ēlay nə’um-JHWH ləma‘an hiḵə‘isûnî haḵə‘îsēnî bəma‘ăśēh yəḏêḵem ləra‘ lāḵem: |
Maar gij hebt naar Mij niet gehoord, spreekt de HEERE; opdat gij Mij vertoorndet door het werk uwer handen, u zelven ten kwade.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar gij hebt naar Mij niet gehoord, spreekt de HEERE; opdat gij Mij vertoorndet door het werk uwer handen, u zelven ten kwade.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!